L.M. Tangel
Buiten de oudste stadsmuren vestigden zich de Lombarden. Het gebiedje waar zij woonden kreeg de naam
Lombardje. Vandaag nemen we een kijkje bij: Klein Lombardje 8. In de middeleeuwen mochten de christenengeen geld uitlenen tegen rente. De geldhandel was daarom grotendeels in handen van Joden. Toch was er een uitzondering: de Lombarden, afkomstig uit Noord-Italië, die daartoe door de paus geprivilegeerd waren. Vanaf de dertiende eeuw vestigden deze Lombarden zich in onze streken. Onder de Bossche Lombarden waren er die zelfs als geldschieters van de hertogen optraden. Op den duur werd rente berekenen een aanvaard begrip, andere bankiershuizen verschenen en de rol van de Lombarden was uitgespeeld. hun naam bleef voortbestaan in het begrip 'lommerd' en in Den Bosch dus in de naam van het sukje stad achter het stadhuis. Het was een volksbuurtje, zoals de stad er zoveel gekend heeft. Het werd tenslotte gesaneerd en afgebroken. En voor in de plaats kwam het winkelcentrum 't Lombardje. Toch is er een klein stukje gerestaureerd: Klein Lombardje 8. In het lage poortje dat een doorgang biedt, staat het jaartal 1793. Aan de achterkant is te zien dat het oorspronkelijk twee pandjes waren. In de doorgang is een plaquette gemetseld met de volgende tekst:
Janus Borghs 1914-1981
Deze steen werd in september 1983 aangebracht ter herinnering aan de laatste bewoner van het oud Lombardje: Janus Borghs.Dit blijve een taal een teken een man alleen, de pijp, de hond, het oog, de bloemen, Bossche grond. Hier had hij 't wel bekeken. Janus was een van die opvallende stadstypen, veel beter bekend onder zijn bijnaam Janus Kiep. Als kind had hij een ongeluk gehad. Hij was tegen de kachel gevallen (of: gegooid), daardoor voor zijn leven mismaakt en daarom ook stevig gepest. Waarschijnlijk dreigde hij daarom altijd naar groepjes jeugd, ook al deden ze niets. Maar hij vond het ook leuk om mooie meisjes te laten schrikken. Janus was erg koningsgezind. Op koninginnedag versierde hij zich altijd met uitbundig met oranje. Zelfs in de oorlogstijd tooide hij zich met de voorletters van Juliana en Bernhard. Dat was door de Duitse bezetters verboden, maar toevallig waren de J en de B ook de initialen van zijn eigen naam. Toen na zijn dood zijn papieren naar het stadsarchief werden overgebracht, waren daar veel kaarten en brieven bij van leden van het Koninklijk Huis, gestuurd in antwoord op zijn post. Ooit heeft Janus geprobeerd in de gemeenteraad te komen. Hoewel hij genoeg handtekeningen verzameld had, werd de lijst toch afgekeurd. Zijn commentaar: „Rijke mensen mensen magge alles, zelfs verkiezingslijsten vervalsen.” Een groot vereerder van Onze Lieve Vrouwke was Janus Borghs zeker. In de ommegang liep hij altijd mee en als hij door middel van een handgeschreven 'raamposter' iets mee te delen had aan de Bosschenaren of zijn grieven uitte, deed hij dat altijd 'onder bescherming van Onze Lieve Vrouw'. Een van de belangrijkste feesten voor Janus was carnaval. De grote optocht op maandag werd altijd door hem geopend. In 1978 zakte hij op carnavalsmaandag in elkaar. Daarna werd hij nooit meer de oude. Maar hij wees iedere hulp van de hand. Totdat bouwvakkers die aan het nieuwe Lombardje werkten hem dood op de grond vonden. Hij was in het weekeinde van 4 op 5 oktober 1981 gestorven, eenzaam, zoals hij eigenlijk zijn hele leven geweest was. |
1996 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Janus Kiep uit het LombardjeBrabants Dagblad donderdag 8 februari 1996 (foto) |
1910 | J. van Gerven (timmerman) |
1923 | Josephus van Gerven (timmerman) |
1928 | G.H. van Mierlo |
1943 | W. Struik (los arbeider) |